Recensie De Kier - Rihana Jamaludin

 

door Rihana Jamaludin

Amsterdam eind jaren 1980

Eind jaren ’80 was ik werkzaam in de beeldende kunst. Ik woonde in een studentenflat vlakbij Amsterdam, waar ook vluchtelingen werden gehuisvest. Laat in de nacht was ik nog bezig met mijn linodrukken en dan hoorde ik de huisgenoten de straat opgaan of thuiskomen na een zwerftocht door de verlaten straten. Hun stemmen klonken in de gezamenlijke keuken die tegenover mijn kamer lag. Ze spraken andere talen, uit Somalië, Eritrea, uit Syrië. Waarom gingen ze ’s nachts de straat op?

Voor mijn geestesoog zag ik ze door de donkere stad dolen, zoekend naar iets dat ze konden herkennen in de vreemde omgeving. Zonder de drukte en menigte van overdag bleven er kale pleinen en stille stations over, de stad was naakt. In die eenzame uren stond de Oergeest uit het continent van herkomst op en ging in gesprek met de stad, voerde nachtelijke rituelen uit en daagde de stad met haar koloniale verleden uit.

Dit werd het onderwerp voor een serie lino paintings, waarvan een paar vanaf december te zien zijn in het Stedelijk Museum in Amsterdam.

Rotterdam Jaar 2020

Nu, drie decennia later, lees ik in Shantie Singh’s roman ‘De Kier’ over een Hindoestaanse intellectueel die in vroege uren de straat op gaat, om door de stille stad Rotterdam te dwalen en tekeningen te plaatsen op strategische plekken. Daarmee wil hij – als een allochtone Banksy - de aandacht vestigen op misstanden.

Uitgebreid wordt de stad Rotterdam beschreven, de architectuur, de straten, alle wijken, hoeken en gaten. De stad heeft een eigen rol waarin de karakters zich als pionnen bewegen, zij het geen willoze, ze hebben elk hun eigen motieven.

De karakters: Uma

Migranten stimuleren hun kinderen om hard te studeren en zo een goede positie te verkrijgen. Maar wat gebeurt er als eindelijk die begeerde bestuurlijke positie is bereikt? De Kier begint als een ambtenarenroman, met beleidsjargon en formele taal, passief-agressieve vergaderingen, politieke intriges. Hoe kan een conservatief opgevoede Hindoestaanse zich hierin assertief bewegen? Hoofdrol Uma moet zich in twee werelden verweren; op het Stadhuis tegen de aantijgingen over haar vermeende slecht functioneren, thuis tegen de traditionele rol die haar echtgenoot en schoonouders van haar verwachten.

Voor Uma zelf telt haar idealisme, het vertrouwen winnen van thuis onderdrukte en mishandelde vrouwen, om hen te leiden naar de uitweg van hulpverlening.

Maar door het gebrek aan steun vanuit haar achterban en achtergrond, wordt Uma op zichzelf geworpen en moet ze haar eigen weg zien te vinden.

Sid

Ze krijgt hierbij hulp van de Hindoestaan Sid, een intelligente en succesvolle ambtenaar, die eerst haar vertrouweling en later haar minnaar wordt. In het geheim maakt Sid tekeningen die hij als CP ondertekend, anoniem in de stad plaatst. Zijn getekende maatschappijkritisch commentaar trekt de aandacht van de stedelingen, ook van Uma, die daarin een aanklacht ziet tegen de onderdrukte positie van vooral allochtone vrouwen.

Rosie Jorai

In mevrouw Jorai vindt Uma een bondgenoot, een tussenpersoon die als ervaringsdeskundige de signalen herkent van onderdrukking, en met eindeloos geduld vrouwen helpt uit hun schulp te komen en hulp te zoeken. Een mooi beschreven en herkenbaar portret.

Soni 

Het twaalfjarige Indiase meisje Soni struint de stad af als superheldin, met een zelfgemaakte rode cape om haar schouders. Ergens in de stad moet zich haar moeder bevinden, Soni weet het zeker omdat de anonieme tekenaar haar moeder heeft afgebeeld. Soni wordt een beschermeling van Sid en de anderen, zonder dat ze elkaars motieven kennen.

Asha

Met Asha krijgt het verhaal een veel persoonlijker wending. Weg zijn de ambtelijke perikelen, de lange beschrijvingen van stadsarchitectuur en het plots afgebroken verhaal van Uma. Waar de weifelachtige beschrijving van Soni, die dan eens een kinderlijk, dan weer een volwassen standpunt – dat van de schrijfster – lijkt te hebben, is de beleving bij Asha levensecht en rauw. Anders dan bij Sid, die ondanks zijn engagement geen levend karakter wordt omdat hij misschien te perfect is, grijpt Asha’s relaas de lezer naar de keel. Haar persoonlijke verhaal schrijnt en spookt, is nauwelijks te geloven voor wie niet thuis is in de hulpverlening.

Alle karakters komen uiteindelijk elkaar tegen, aanwijzingen sluiten als puzzelstukken. De stad is bewaarder, getuige en uitweg.

Contrast

Shantie Singh heeft een roman van grote contrasten geschreven. Boeiend en inzichtelijk wordt verteld hoe het achter de schermen bij de ambtenarij toe kan gaan. De buitenwereld van bestuur, media en politiek, neemt figuurlijk grote ruimte in beslag.

Buiten het Stadhuis ontvouwt zich de stedelijke architectuur, die letterlijk de ruimte neemt, met talloze beschrijvingen van routes en gebouwen, en geobserveerd op allerlei tijdstippen van de dag.

In contrast daarmee is de benauwende binnenwereld van bemoeizuchtige familieleden en de naast haar wonende schoonouders van Uma. Met als toppunt het geschenk van een sari ‘gedragen door een moeder’, met de aansporing voor nageslacht te zorgen. Hoe dicht op de huid wil je het hebben.

De blik vanuit de binnenwereld vernauwt zich nog verder, zelfs tot een kier, in het verhaal van Asha. Via de Indiase Asha horen we over het bestaan van verborgen vrouwen, een lot dat ons begrip haast te boven gaat. De boodschap van de beschreven misstanden zou een pamflet kunnen lijken, maar Asha’s indringende verhaal, in ik-vorm geschreven, verdiept het thema en voorkomt dat.

Slot De Stad

In de jaren 1980 bevonden allochtonen zich aan de randen van de samenleving; gastarbeiders werden herenigd met hun gezin, maar de nieuwe migranten waren ongewenst. Vluchtelingen waren ontheemd en verdwaald in de stad, niemand was er thuis.

Anno 2020 zijn ook allochtonen succesvol, werkend in het beleid en geworteld in de samenleving. Moskeeën, toko’s, scholen en wijken met veel allochtonen, zijn een wezenlijk onderdeel van de stad gaan vormen.

De Oergeest uit 1988 is nu CP, een volledig geïntegreerde allochtoon die zich de stad eigen heeft gemaakt en er zijn stempel op drukt.

De Kier - Shantie Singh, De Geus 2020, paperback 303 blz. 21,50 euro. ISBN 978 90 445 42547. 

Tentoonstelling ‘Surinaamse School’ in Stedelijk Museum Amsterdam van 12 december 2020 t/m 31 mei 2021.

(C) Shantie Schrijft